Totaal aantal pageviews

zaterdag 11 november 2017

Een fijne dag

Het zag er naar uit dat het een fijne dag ging worden. Dat heb je wel eens, dat je 's morgens je ogen open doet, op de klok kijkt en dat er zich een heel enthousiast gevoel meester van je maakt. Ik voel dan altijd de neiging om het bed uit te sprinten, de gordijnen weg te rukken, het raam open te stampen en dan uit volle borst de buurt wakker te schreeuwen. Zoiets van "LANDGENOTEN, IK BEN WAKKER!!"

'Is er iets?', vroeg mijn echtgenote met een droge slaapstem.
'Neu, ik ben wakker', zei ik. 'Hoezo?'
'Ik voel enige onrust', kraakte ze. 'Onrust? Wie, ik?'
'Nee die stoelpoot daar. Hoepel alsjeblieft het bed uit en laat mij even rustig wakker worden.' Ze draaide zich om.

Ik gehoorzaamde braaf, liet mijn plan voor de dagouverture voor wat het was en verliet de "slaap-scene".

Tja, en dan kom je beneden, trekt de pantoffels aan en stapt de kamer binnen. Ik begin dan altijd met een bak stevige koffie. "Daarmee versterk je de vezels in je lijf", heb ik me ooit laten vertellen. Mijn echtgenote noemde het "op je mouw laten spelden" van een onzinnige stelling. Zij gelooft niets van dat verhaal en gaat altijd voor de ochtendthee.

Terwijl ik stilletjes aan tafel zat te genieten van de eerste "fijne-dag" bouwsteen, zat ik te bedenken hoe het vervolg zou kunnen zijn. Iets leuks gaan ondernemen bijvoorbeeld. Tja, iets leuks. Voor buitenactiviteiten was het te koud en te nat. En voor "iets binnen", zoals een overdekt winkelcentrum, ben ik niet geschikt. Ik schijn geen prettige winkelpartner te zijn. Tenminste, dat heb ik in de loop der jaren wel begrepen.

Ja, dat "iets leuks" was best lastig in te vullen. Er vlogen nog wat losse flodders door mij  hoofd zoals het "op visite" gaan, maar om iemand nou met mijn  "fijne-dag" obsessie op te zadelen gaat dan ook weer te ver. Ik slaakte een diepe zucht en slurpte mijn koffie op. Ik besloot het te laten varen en mijn echtgenote te verwennen met een kopje thee-op-bed.

Terwijl het waterketeltje op weg was naar zijn orgasme pakte ik een theeglas en wilde er een zakje inhangen. Tja, een zakje. Ik ontdekte rooibos, groen, citroen, kaneel, zwart, paars... geen idee wat ze normaal gesproken nam. Misschien lag er nog een zakje van gisteren in het vuilnisbakje onder het aanrecht. Ik opende hem en trof nogal het één en ander aan. Het werd even zoeken, maar uiteindelijk trok ik na het opschudden van de complete dagvulling een touwtje naar boven.

Op het vervuilde labeltje ontdekte ik een inmiddels onleesbaar tekstje. Dat doen ze tegenwoordig. Van die tekstjes erop drukken. Ik denk dan altijd dat ze het beter achterwege kunnen laten en de thee een paar cent goedkoper maken. Maar goed, nadat ik het dna spoor veilig had gesteld ontdekte ik sporen van groene thee. Ik pakte een nieuw zakje uit de van de postcodeloterij gewonnen theekist en legde hem op het schoteltje. Toen water in het glas, gezicht op "leuk" en de trap op.

'Ben je wakker schatje?', vroeg ik overdreven vriendelijk. Ik hoorde de lichte kreun van iemand die bezig was op aarde terug te keren. Er ging een oog open, toen nog één, de communicatieverbindingen werden gelegd en er bleek een gesprek mogelijk.

'Lekker kopje thee voor jou.' Ik keek er zo braaf mogelijk bij.
'Ah wat lief', zei ze. Ik groeide. De tweede bouwsteen was gelegd. Ik plaatste het kopje met assecoires op het nachtkastje. Ze richtte zich nu langzaam op, gaapte een keer, lanceerde een luchtkusje en opende het zakje.

'Hm, en ook nog de juiste theesmaak gekozen. Even snel kijken wat er op het labeltje staat.' Ze pakte haar bril, pakte het papiertje en begon toen te gniffelen.
'Wat een aardige tekst', zei ze.
'O', blaatte ik quasi nieuwsgierig.
'Ja, ze wensen mij een "fijne dag". Nou Bart als jij nou eens iets leuks verzint dan gaat het echt wat worden vandaag'

Ik voorzag een loodzware dag.

Bart

zondag 5 november 2017

De vogelaar

'Hé Bart, kijk eens naar buiten. Moet je snel zijn !!, de pindakaaspot. Daar zit een hele vreemde vogel bij!'
Ik schrok me dood en de vogel ook, want toen ik mijn blik op het raam richtte was hij al gevlogen. 'Wat was dat voor een beest dan?', vroeg ik.
'Geen beest, een vogel. Ik weet niet wat voor één dat was. Wel zeldzaam schat ik zo in.'
'Dat zou bijzonder zijn', zei ik om me vervolgens weer op mijn tablet te richten waar ik net bezig was met een spelletje Wordfeud. 'Moet je een foto van maken', adviseerde ik.

'Misschien komt hij terug. Blijf nou even kijken.' Ik keek opnieuw. Niks te zien. 'Ik denk dat hij zijn biezen heeft gepakt. Hij is vast geschrokken. Van jou', zei ik pesterig.
'Toch is dat leuk, al die vogels in de tuin.' Ze bleef kijken.
'Ja, het is een vrolijke boel met dat mussentuig', zei ik. 'Tjonge jonge, ik zit me hier toch een partijtje te klungelen. Ik kan vierendertig punten scoren, maar dan bied ik tegelijkertijd wel een onbedoelde opening voor Toos. En die ketst hem er ongetwijfeld vol in.'
'Jij altijd met die stomme spelletjes', zei ze terwijl ze met haar armen over elkaar naar buiten stond te kijken.

'Is die peenvogel inmiddels al weer teruggekeerd?', vroeg ik wat later.
'Nee, nog niet. Waar heb je het fototoestel?', vroeg ze.
'Batterij is leeg. Neem je telefoon maar. Die maakt ook mooie plaatjes.' Ze pakte haar telefoon van tafel en stelde zich weer op voor het raam.
'Dat zal je dan net zien, dan komt hij niet meer.'
'Ik kan "qat" leggen. Maar dat scoort zo te zien ook niet echt.' Ik moest ervan zuchten.
'Er is momenteel een pindakaas-veldslag gaande onder de mussen.' Ze richtte haar telefoon en schoot een plaatje.
Ik keek op. Plotseling stoof de kolonie uiteen en werd het stil in de tuin.

'Bart, kijk, daar zit ie weer', zei ze nu zacht. Ze richtte het telefoontje.
Ik ontdekte een gekleurd dingetje op het stokje voor de ingang van de calvépot. 'Verdomd, dat moet een zeldzaam vogeltje zijn. Heb je hem op beeld?' Ze knikte. 'Mooi vogeltje hè, trouwens geen idee wat het is.'
'Ik ook niet', zei ik. 'Stuur die foto eens door, dan kijk ik even.' Wat later ontving ik een "ping" op mijn tablet en opende het app-je.
'Ik heb hem. Hij is wel mooi, maar ik kan hem niet zo één-twee-drie vinden op internet.' Ik keek nog wat vogelsites na en besloot toen het fotootje maar op Facebook te plaatsen met de vraag of iemand dit zeldzame vogeltje herkende.

'Is dat wel handig?', vroeg ze.
'Hoezo? Dit is héél handig.'
'Schat, vóór je het in de gaten hebt, staan hier vijfduizend vogelaars op de stoep.'
'Nou, dat zou niet verkeerd zijn. Mogen ze hier tegen betaling plassen en dan schenk jij koffie. Dat wordt kassa !!' Ik zag het wel zitten.
Er klonken nu wat pingeltjes uit de tablet. 'Je hebt beet', zei ze.
Ik keek naar het scherm en telde in de gauwigheid twaalf berichtjes. Ik opende de eerste, toen de tweede en de derde... 'En?', vroeg ze.

Ik schraapte mijn keel en las voor. 'Hé Bart, ouwe vogelaar, dat zeldzame vogeltje van jou is niets anders dan een simpele bonte specht. Daar vliegen er honderdduizend van in het rond. Trouwens, nu je zo'n interesse aan de dag legt voor onze gevleugelde vrienden: Ik kan je lid maken van vogelclub de gele kanarie. Heel leerzaam. Stuur maar een berichtje of je dat wilt.' Het werd afgesloten met een schaterende smiley.

Ik heb mijn bericht van Facebook gehaald.

Bart