Totaal aantal pageviews

zondag 22 augustus 2021

De tablet.

'Wat zit je toch steeds met die tablet op schoot? Is er iets bijzonders?', vroeg mijn echtgenote.
'Ik lees de digitale krant en volg de wereldgebeurtenissen. Ook hier op de camping', zei ik.
'Je bent met vakantie Bart.'
'Dat klopt schat, maar ik heb de indruk dat de rest van de mensheid zich daar niks van aantrekt.' 

Ze keek schuin op het scherm.

'Betrapt! Je zit de roddelpagina te lezen. Hoezo wereldnieuws?'
'Daar schuif ik noodgedwongen langs. Ik ben op weg naar de sport.'
'Hou toch op. Jullie mannen zijn nog erger dan vrouwen.'
'Dus je geeft toe dat jullie erg zijn?' Ik vond dat een overwinning.

'Weet je Bart, ik ga me douchen. En gooi dat ding aan de kant. Ga iets zinnigs doen!'
'Zoals?', vroeg ik. Ik kon wel wat inspiratie gebruiken.'
'Loop langs de scheerlijnen of borstel de voortent eens af. Doe iets nuttigs, iets vakantie-achtigs...' Ze verdween hoofdschuddend naar het sanitairgebouwtje.

Ik zuchtte een keer, vroeg mij af waarom dingen zijn zoals ze zijn, stond op en liep met frisse tegenzin langs de twee scheerlijntjes. Daarna opende ik de disselbak om de bezem te pakken. Ik veegde hier en daar een paar dennenaalden van het dak en vond het toen wel "batjes" 
Drie minuten later zat ik weer op mijn stoel "iets vakantie-achtigs" te doen. Ik pakte mijn tablet, drukte de code in en zakte opnieuw weg in de show-roddel-pagina van de digitale krant...

'Zo, dat ziet er weer netjes uit', vond mijn echtgenote toen ze terugkeerde en het tentdoek bekeek. 
'Ja hè, het was ook echt nodig. Moest nog flink borstelen', zei ik. 'Ik zit net.'
'Ja, dat zie ik. Maar ga jij je ook nog douchen of blijf je de rest van de dag dat ding vingeren?'
'Ding vingeren?' 
'Ja, dat doe je toch?', riep ze nijdig. Ze maakte een veegbeweging in de lucht.

'Doe me een lol zeg. Ik zit hier net de avonturen van Patty Brard te lezen...'

Bart

vrijdag 20 augustus 2021

Het briefje

Het briefje

'Meneer, kan het zijn dat er een papiertje uit uw zak is gevallen?', vroeg een dame die achter mij aansukkelde. Ik liep in de supermarkt.
'Ik heb geen idee mevrouw. Waar ligt het dan?'
'Kijk, op de grond.' Ze wees en schoof het papiertje met haar schoen naar het midden van het pad.

'Heeft u het zien vallen?', vroeg ik
'Dat niet, maar het ligt hier. En toen dacht ik dat het misschien iets belangrijks zou kunnen zijn. 
Ik haalde mijn schouders op. 'Ik heb echt geen idee.'

'Vorige week lag er ook een briefje. In het andere pad', zei ze.
'O? En dat was een belangrijk exemplaar?'
'Nou ja, het bleek een lotje van de staatsloterij.'
'O? En had u prijs?'
'Ik niet, ik heb hem teruggegeven aan de man die voor mij liep. Het bleek inderdaad van hem.'
'Jaja, en die woont nu op Ibiza?', lachte ik.
'Dat weet ik niet. Maar zo zie je maar dat het best belangrijk kan zijn.'
'Zoals dit briefje.' Ik wees naar de grond.
'Inderdaad meneer. Je kan niet weten.'

Ik bukte, raapte het op, vouwde het open en las de inhoud.
'Het is een persoonlijke brief', stelde ik vast.
'En kwam hij inderdaad uit uw zak?', vroeg ze.
'Nee, hij is gericht aan ene Appie. En dat ben ik niet. Mijn naam is Bart.'

Bart 

donderdag 19 augustus 2021

De Jaguar

De Jaguar.

'Hij is mooi hè?', stelde de eigenaar vast toen ik zijn antieke bolide stond te bewonderen. Hij stond bij de Lidl op de parkeerplaats. Ik ook. 
Ik vond het een prachtige auto en zei het. 'Leuk bakkie.'
'Leuk bakkie? Het is geen zeepkist!', lachte de man.
'Nee, hij is echt mooi.'
'En in wat voor een auto rijden wij?', vroeg hij.
'Wij rijden in een Volvo.' Ik wees naar onze auto, twee parkeerplaatsen verderop.
Hij rekte zich iets en keek. 'Ook leuk', vond hij.
'Ach, niks bijzonders. Maar het rijdt prima.'
'Wat doet zo'n Jaguar nou zo in de markt?', vroeg ik nieuwsgierig.
'Hm, zo rond de veertig, vijftig duizend. Maar dan heb je ook wat.'
'Hij is echt mooi', herhaalde ik.

Er klonk vanuit de verte een stevige vingerfluit gevolgd door gevloek. 
'Mijn vriendin', lachte hij terwijl hij met zijn zijden sjaaltje over het dak poetste. 
Ik keek in de geluidsrichting en ontdekte een op hoge hakken balancerend reclamebord voor de Amsterdamse wallen.

'Hé Har, kun je verd.. niet helpen? Ik loop met die volle kar te klootzakken en jij staat hier maar te lullen.' 
'Is mijn schuld mevrouw. Ik bewonderde zijn kindje. Excuus.' 
'Kindje? Welk kindje?', riep ze pissig. 'Help je nou verd.. nog?' Haar woeste wimpers lieten zijn sjaaltje wapperen. Ondertiteling was overbodig.
Hij kwam nu langzaam in beweging en opende de kofferbak.

'Ik doel op de Jag. Een prachtige auto', zei ik in een poging de stemmingsknop op positief te draaien. Ik stak ter ondersteuning mijn duim.
'Je bedoelt deze gammele krantenbak? Meneer, het is één dag rijden, twee dagen in de garage. Hij kost goud. Ik werk me helemaal kapot.'

Ik keek maar kon weinig "kapot" ontdekken. Ze oogde redelijk ongeschonden en het geluid was ook nog goed. 

'Was het maar een kindje', ordinairde ze. 'Dan kregen we tenminste nog ondersteunende kinderbijslag.' 
Ze gooide de kontklep nijdig dicht en stapte in. Hij bracht ondertussen het karretje naar de stalling, stapte ook in, stak zijn hand op en gaf toen gas.

Toen ze honderd meter op pad waren hoorde ik een harde knal waarna de Jaguar achter een deken van blauwe kwalm verdween... 
Ik kon maar tot één conclusie komen: Het reclamebord kon weer aan de weg. Madam was nog lang niet aan haar pensioen toe.

Bart

Copyright Brompot columns en korte verhalen februari 2021



dinsdag 17 augustus 2021

Neusvleugels

'Kan het zijn dat de rek uit je neusvleugels is getrokken?', vroeg mijn echtgenote.
'De rek? Hoe bedoel je?'
'Ze bewegen tegenwoordig wat losjes op de maat van je adem.'
'Kun je dat zien dan?', vroeg ik. Ik snapte het niet helemaal.
'Nee, horen. Je hebt vannacht onbedaarlijk liggen snurken.' 

Ik voelde instinctief aan mijn vleugeltjes.

'Nou, de rek zit er nog voldoende in hoor. Dat kan het niet zijn.'
'Snuif eens?', vroeg ze nu. Ik snoof.
'Hm, ik hoor niks. Dus daar zit het niet in.'
'Nee, ik snuit altijd mijn neus voordat ik ga slapen', zei ik braaf.

'Zijn je amandelen er al uit?'
' Ja hoor schat, al ver voor de oorlog. Verder nog iets?'
'Dan zijn het toch je vleugels. En dat kan best want je hebt formaatje "Jumbo Jet".'
'Is het nu klaar?', vroeg ik geïrriteerd. 
'Hallo, ik ben nu nog geen minuut bezig over een probleem wat mij ruim acht uur uit mijn slaap heeft gehouden.' 

'En wat nu?', vroeg ik.
'Er zijn van die plastic hulpstukken in de handel. Die schuif je in die straalmotoren van je en dan flubberen de vleugels niet meer. Dat helpt.'
'Nou, dat lijkt me niet echt veilig', vond ik. 
'Niet veilig? Je krijgt dan toch voldoende adem?' 
'Dat wel, maar als zo'n straalmotor toch nog verstopt raakt, stort het complete vliegtuig inclusief hulpstukken naar beneden. En dan ben je nog veel verder van huis.'  


Bart  

 

Verdwenen slippers

Brompot's korte campingverhalen (52)

Verdwenen slippers.

'Wat is er aan de hand?', vroeg Truus. 'Je beweegt alsof je op eieren loopt.' Ze keek naar Bert die met zijn toiletspullen onder zijn arm kwam aansukkelen.
'Oooo, je loopt op blote voeten? Waar zijn je slippers? Je was toch op slippers naar de douche?'
'Ja, volgens mij wel', zei Bert.
'Ja, maar hoe kun je in vredesnaam je slippers vergeten? Loop dan terug. Zo meteen zijn ze echt weg. Moet ik ze ophalen?'
'Heeft geen zin, Truus. Ze zijn gejat, ze zijn weg. Foetsie.'
'Dat meen je niet!'
'Ik kwam de douche uitgelopen. Weg slippers. Nergens meer te bekennen.'
'Je hebt vast met je neus gekeken. Niemand steelt die afgetrapte dingen van drie euro.'
'Waren ze toch nog drie euro?'
'Ja. Loop nou maar terug en kijk nog eens goed.'
'Op blote voeten zeker. Weet je hoe pijnlijk die kiezels onder je voetzolen zijn?'
'Trek dan sandalen aan. Of wat mij betreft je kaplaarzen.'
'Zal ik die Duitse speurhond van hiernaast vragen?'
'Bert, hou op en ga zoeken.'
'Echt niet. Voor die drie euro koop ik wel een paar nieuwe.'
'Nee, niks ervan. Het gaat mij om het principe. Je blijft met je handen van andermans spullen.'
'Iemand heeft ze vast per ongeluk meegenomen.'
'Per ongeluk?' Dat is kul. Je weet toch wel of je op slippers bent gekomen?'
'Nou ja, ik kan me voorstellen dat je soms in gedachten verzonken bent, zonder nadenken van die dingen aanschiet en wegsjokt.'
'Dat zou jou kunnen overkomen', zei ze. 'Ga je nu nog kijken? Of hoe zit het.'
'Ze staan er echt niet, Truus.'
'Dan ga ik.' Ze liep met grote passen in de richting van het toiletgebouw.

Terwijl Bert zijn handdoek aan de waslijn hing, ontdekte hij op de dissel een paar bekende slippers. Hij bedacht zich geen moment, greep ze en schopte ze ver onder de caravan.
Truus keerde terug.

'Gevonden?', blaatte Bert met een cynisch ondertoontje.
'Nee, maar ik trof wel iets anders aan.' Ze gooide een paar overbekende sandalen pal voor zijn neus. 'Alsjeblieft Bert Jansen. Nu ben ik toch wel razend benieuwd naar die slippers van je.' Hij keek verwonderd naar zijn sandalen.

'Tja, precies zoals ik het al zei, Truus. Die zijn gejat.'

Bart

maandag 16 augustus 2021

Klagen

'Morgen buurman, wat een lekker weer hè?', merkte de Annie van drie huizen verder op.'
'Ja, we mogen niet mopperen, Annie', vond ik.
'Nee, laten we dat dan ook maar niet doen. Er wordt tegenwoordig al genoeg gemopperd.'
'O? Is dat zo?'
'Ja, meer dan vroeger. Tegenwoordig mopperen ze overal over.'
'O, dat is mij niet opgevallen.'
'O nee? Nou mij wel hoor. Klagen en mopperen.'
 Ze keek wat zuur.

'O? Klagen ook nog?', vroeg ik.
'Ja, dat kunnen ze tegenwoordig ook goed. Vraag maar aan mijn Jan.'
'Klaagt jouw Jan? En jullie zijn nog wel zo gelukkig getrouwd!'
'Ik heb een hekel aan klagen, Bart. Er wordt tegenwoordig veel te veel geklaagd. En vaak om niks.' 

'Goh, ik leef blijkbaar onder een steen. Ik hoor nooit iets', lachte ik.
'Heb jij gisteren die vent van hierachter niet gehoord dan?', vroeg ze.
'Gisteren was het zondag, Annie.'
'Klopt. Die vent zingt in het kerkkoor en elke zondagochtend trekt hij zijn stembanden uit de stalling om ze op te pompen.'
'Dat zal. Met zachte banden kom je niet ver in een kerkkoor', lachte ik.

'Maar om een lang verhaal kort te maken: Mijn Jan heeft er nu iets van gezegd.'
'En toen begon die vent te klagen?', vroeg ik.
'Ja, en dat sloeg nergens op.'
'Nee, dat denk ik ook niet. Maar vertel!', nodigde ik haar uit.
'Of Jan voortaan vóór de zaterdagavondklus de gordijnen wil sluiten. Het haalt hem uit zijn concentratie en gaat er vals van zingen.'

Bart

zondag 15 augustus 2021

Wisselgeld

Wisselgeld

‘Zouden we al naar binnen kunnen?’, vroeg ik mijzelf hardop af. Wij, mijn echtgenote en ik stonden een kwartier te vroeg voor het plaatselijke gemeentehuis. Er moest iets vanwege de vernieuwing van een rijbewijs.
Ondertussen plaatsten wij onze fiets in de daarvoor bestemde gemeentelijke velgenkneuzer. 

‘Het blijft toch een mooi historisch gebouw. Het stamt volgens mij ergens uit de middeleeuwen', wist mijn echtgenote. 
‘Dan wordt het tijd dat ze het een keer platgooien', vond ik. Ik heb een pesthekel aan ambtenaren-nesten. 

‘Je moet op het belletje duwen, staat hier.' Ik duwde op het knopje.
‘Zegt u het maar?’, klonk een blikken stem vanuit de intercom.
‘Dag juffrouw, we zijn wat te vroeg. Is de ambtenaar al aan het werk?’
‘Jazeker, komt u maar binnen…’ Er klonk een zoem en een klik waarna de deur openschoof.
We liepen nu naar de balie waar mijn echtgenote de bedoeling van onze komst uitlegde. Vervolgens deponeerde ze haar oude rijbewijs en pasfoto op het blad en wachtte rustig af.

'Hier even tekenen en dan mag u één-en-veertig euro afrekenen', wees de vriendelijke ambtenaar.
'Wij hebben al via internet betaald. Maar twee euro tachtig teveel. Dat waren de portokosten. En die hoeven we niet meer te betalen want wij staan nu hier.' Ik gaf hem een uitgeprint bewijsje.
De ambtenaar keek, knikte en liep toen naar de kassa. 
'Dan krijgt u nog twee euro tachtig retour. Momentje.' Ik knikte blij terug.

Na ruim een kwartier begonnen we ons toch wat ongerust te maken. 'Lukt het niet?', vroeg ik richting kassa.
'Nee, de kassa is in de war', klaagde hij met het zweet op zijn voorhoofd.'
'Bij de gemeentekassa ontbreekt standaard de geldterugknop', grapte ik in zijn richting. Hij kon het niet zo waarderen.

'Eh... Ik kom er zo niet uit. Als u het rijbewijs volgende week komt halen, dan zorg ik dat het klaarligt.'
'Nou, verreken het maar met de afvalstoffenheffing', stelde ik voor.
'Afvalstoffenheffing?' Hij raakte nu zichtbaar van de leg. 
'Ja, ik heb nog een volle vuilniszak liggen. Die schuif ik hier vanmiddag wel even achter de deur.' 

Bart

Copyright Brompot columns en korte verhalen april 2021




zaterdag 14 augustus 2021

Duivenpoep

Uit: Vive la France... serie 3

Duivenpoep

'Volgens mij heeft er een duif op de luifel zitten poepen', merkte Truus op.

'Duiven zitten niet als ze poepen', antwoordde Bert nukkig. 
'Je begrijpt toch wat ik bedoel?'
'Je bedoelt dat een duif voorbij vloog, onze luifel zag, omdraaide, terugvloog en toen een strontbom liet vallen?'
'Man, wat doe je toch altijd moeilijk. Het gaat om de rotzooi op het dak. Dat moet eraf.'
'Jajaja, rustig Truus. Mag ik eerst nog mijn koffie opdrinken?'

'En, hoe staat het er nu mee?', vroeg ze na een poosje en nadat hij zijn kopje leeg had. 'Maak je het nog schoon of wat gaan we doen?'

'Tja, daar moet ik eerst over nadenken. Een plan maken. Ik kan er namelijk zo niet bij.'
'Hoezo niet "bij"? Vraag bij de receptie een trapje.'
'Een trapje? Een ladder! Weet je hoe hoog de caravan is?'
'Ja, vijftien meter vijftig. Bert, hou op met die flauwekul en maak dat dak nou maar schoon. Straks gaat het lekken en dan begint het gelazer.'
'Verwachten ze regen vandaag?'
'Nee, het blijft droog. Hoezo?'
'Dan kan het ook niet lekken.' 

'Bert, het is chemisch afval en vreet zich door de stof. Als het dan gaat regenen....'
'Dan worden we allemaal nat', vulde Bert aan.
'Waarom doe je nou zo flauw?', wilde ze weten. 'Maak het nou gewoon schoon.'
'Truusje, doe niet zo gestresst.'
'Ik ben helemaal niet gestresst. Ik wil geen lekkend dak.'

'Lieve schat, het dak is van PVC. Al laat een vliegende olifant zijn behoefte vallen, dan gebeurt er nog niets.'
'Bert, ik heb mijn hele leven gekampeerd en geleerd dat vogelstront funest is voor je tent.'
'En van wie heb je dat geleerd dan? Van je vader?'
'Nee, van mijn moeder. Die had een vast motto: Poep op je doek geeft ellende en gevloek.'
'Je moeder is in de tijd blijven hangen, schat. Die leeft nog in het katoenen wigwam-tijdperk.'
'O ja, het ligt natuurlijk weer aan mijn moeder.'

'Ja, en wat dat betreft heb ook ik een motto: Beter een luifel vol kak dan een schoonmoeder onder je dak.'

Bart

vrijdag 13 augustus 2021

Pinkeltje

'Bart, lees jij de kleintjes nog even voor?', vroeg mijn echtgenote van boven aan de trap. Ze had het "spul" net gedouched en "het" stond klaar om de dag feestelijk af te sluiten waarna de avondlijke stilteperiode van Opa en Oma officieel kon worden opgestart.
'Jawel, wat is precies de bedoeling dan?', vroeg ik.
'Dat zeg ik toch? Voorlezen. Boekje moet ergens staan.'
'Er staan hier wel meer boeken, maar ik denk dat voorlezen uit "Ik Jan Cremer" te zware kost voor ze is', blaatte ik in het trappengat.
'Hallo, het voorleesboekje staat hier in het rekje op het slaapkamertje!!!'
Ietwat vermoeid trok ik mij aan de leuning naar boven en kreeg daar het boek "Pinkeltje" in mijn handen gedrukt'
'Moet Opa voorlezen?', vroeg ik blij.
'JAAAAAAAAAAAAAAAA', klonk het koortje. Ze huppelden voor mij uit, één van de twee slaapkamertjes binnen en doken samen in het bed van mijn kleindochter. Ik schraapte mijn keel en zette mijn bril recht.

'Ja, riep Pinkeltje, de muizen in het grote huis...'

'Lieve schat', onderbrak mijn echtgenote mij. 'Wat voor een beeld heb jij bij Pinkeltje?'
'Hoezo?'
'Je klinkt als een schorre bromvlieg in een kerker. Pinkeltje is een klein kaboutertje met een piepstemmetje. Of niet, kinderen?'
'Jahaha....', klonk het in koor. 'Piepstemmetje.' Ik schraapte nogmaals mijn keel en pompte vervolgens mijn stembanden op tot op piepniveau.
'Klinkt dit als een Pinkel?', piepte ik. Het voelde alsof de kruisnaad van mijn broek tot boven mijn navel was getrokken.
'Jahaha...', klonk het wederom in koor. Het verhaaltje ging nu verder en de kinderen hingen aan mijn lippen.
'Meer Opa! Nog een verhaaltje', riepen ze nadat ik met pijn in mijn strot Pinkeltje dichtklapte.
'Nee, we gaan slapen. Kom op, jij in je eigen bed en snurkennnnnnn.' Ik knuffelde het spul, draaide het licht uit en na een "welterusten allemaal" liep ik de trap af naar beneden.

'Wat heb je daar?', vroeg mijn echtgenote.
'O, dat Pinkelboekje. Het is zó leuk geschreven. Ik had vroeger zelf ook een Pinkeltje', riep ik vanuit mijn herinnering.
'Een Pinkeltje?', lachte ze. 'Zeg maar gerust een flinke Pinkel. Maar daar hoef je niet meer uit voor te lezen hoor. Ook niet met een piepstem.'

Bart

donderdag 12 augustus 2021

Nieuwsgierig

Nieuwsgierig

'Met wie stond jij dan te praten?', vroeg mijn echtgenote toen ik de kamer in kwam gestiefeld.
'Met die vrouw van de rozentuin. Koffie?'
'Waar ging dat over dan?', wilde ze weten.
'O, nergens over. Wil je koffie, vroeg ik.'

'Wat had ze dan?'
'Wie?'
'Ja, die van de rozentuin. Daar stond je toch mee te praten?'
'Hoezo? Moet ze wat hebben dan?'
'Bart, ik vraag alleen maar waarover jullie het hebben gehad.'
'Nergens over. Ik ga nu koffiebonen malen, dus ik hoor je nu even niet.'
'Ik mag verdorie toch wel weten waar jullie gesprek over ging?'
'Ja hoor. Ging nergens over.'
'Dus je kwam haar tegen, stopte, keek haar aan en je zei vervolgens niets', concludeerde ze nijdig.
'Nee, fout. Zij kwam mij tegen. Ik ga nu toch echt koffie malen hoor.'
'Vervelende drol!', schold de kamer. 
'Ik hoor je niet goed. Koffiebonen.' Ik wees eerst naar mijn oren en toen naar het aanrecht.

'Je hoeft het niet te vertellen hoor, vervelende vent', meldde ze even later bij een eerste slokje.
'Wat niet?', vroeg ik. 
'Wat je met haar besprak. Die van de rozentuin.'
'O, die. Ging over een stelling in de krant. Dat mannen nieuwsgieriger zijn dan vrouwen.'

Bart

zondag 8 augustus 2021

Heibel

'Die Fransman van hier schuin tegenover heeft volgens mij ruzie met zijn vrouw.'

'Hoe dan?', vroeg Truus.
'Hij zwaait wild met zijn armen en loopt driftig heen en weer.'
'En dan hebben ze volgens jou ruzie?'
'Dat denk ik wel. Kijk, hij dreunt nu zijn kopje op tafel. O ja, die is kwaad', lachte Bert.

Truus draaide haar stoel in de richting van de ruziemakende overkant. 'Er is wel iets aan de hand daar', stelde ze vast.

'Ja hè', blaatte Bert. 'O kijk, hij rent de voortent in. Zij er achteraan.'

'Vreemd dat er geen geluid bij is', verbaasde Truus zich.
'Je hoort niks hè', zei Bert. 'Als wij ruzie hebben kan de hele buurt meegenieten. Jij schreeuwt dan altijd zo', zei hij.
'Ik schreeuwen? Kom op Bert, als er één zich niet in de hand weet te houden, dan ben jij het wel.'

'O ja, typisch een antwoord van Truus Jansen. Nou schat, ik schreeuw nooit.'
'Pffft, je hebt last van een korte geheugen-stoornis. Heb je trouwens pilletjes voor.'
'Hoezo korte geheugen-stoornis? Daar mankeert niks aan', vond hij.
'O nee? Ben je onze recente discussie nu alweer vergeten? Over de tentstokken van de voortent?' 

Ze keek hem aan.

'Wat was daarmee dan?'
'Daar was alles mee. Je kreeg het niet voor elkaar omdat je eigenwijs was en niet naar mij wilde luisteren. En toen werd je boos.'
'Dat kwam door jou, schat', vond hij. 'Je moest en zou gelijk hebben.'
'Zie, door mij. Het cirkeltje is weer rond.'

'Klopt. Omdat je Truus Jansen heet en een dochter bent van je vader. Die heeft ooit de Nobelprijs voor de eigenwijzigheid uitgereikt gekregen.'
'Soms ben je een vervelende vent, Bert Jansen.'

'Hoef je verdorie niet zo opgewonden te doen. Je weet dat ik gelijk heb', vond hij.
'Je bent irritant.' Ze stond op en liep de voortent in.
'Zie je dat ik tijdens onze discussies helemaal niet schreeuw?', riep hij.
'HEBBEN WE RUZIE DAN?', riep ze nijdig vanuit de voortent.

'Nou, wat mij betreft niet, maar ik denk dat die Fransen van de overkant een andere mening zijn toegedaan. Ze hebben hun stoelen inmiddels onze kant opgedraaid en zitten zichtbaar van jou te genieten.'

Bart