Totaal aantal pageviews

donderdag 31 oktober 2019

Bert en Truus Jansen. Herfst #5

'Je raadt nooit door wie ik vanochtend werd gebeld', riep Truus enthousiast toen Bert de achterdeur binnenkwam. Hij had gevist.
'Trump? Poetin? Je moeder? Of leeft er op dit moment een nóg grotere dictator op aarde?'
'Even serieus graag Bert. Wie denk je?'
'Lieve schat, geen idee. Je zei het trouwens zelf al: "je raadt het nooit".' Bert trok nu zijn schoenen uit.
'Ans!! ik ben door Ans gebeld!!'
'Mooi, heb je koffie? En iets van koek? Ik verrek van de honger.'
'Ans!! Van de camping!!!! Uit Frankrijk!!!' Truus keek hem triomfantelijk aan.
'Je bedoelt toch niet die opgeschilderde buikspreekpop?'
'Ja, die! Ans van de Tabbert.'
'Mooi, maar hoe staat het er nou mee? Heb je nog een bakkie pleur voor deze verkleumde vent?'
'Ze komen zondag op de koffie!!'
'Wacht even Truus. Zondag? Zondag kan ik niet want dan heb ik een viswedstrijd.'
'Dan ga je toch niet vissen?'
'Hallo, ik sta ingeschreven en heb al betaald. Tien euro.' 
'Kom op Bert, ze zijn in de buurt en vinden het leuk om wat foto's uit te wisselen. En het zijn leuke lui.'
'O, geweldige lui. Zij hing de hele dag bij hem op schoot. En een fatsoenlijk gesprek kon je met hem niet voeren. Hij had het alleen maar over dat klote voetbal.'
'Nou ja, jij alleen maar over vissen.'
'En dan nog een argument Truus: ik vond haar echt een vreselijk aanstellerig ding met dat kunstmatig opgeleukte houten bekkie. Ze lijkt echt op die Engelse buikspreek-peenvogel die je wel eens op TV ziet.'
'Hou toch op Bert. Je hebt zelfs met haar gedanst.'
'Jaja, zij sleepte me de dansvloer op hoor.'
'Pffft, slepen. Je danste nog innig ook. Over aanstellerig gedrag gesproken. Zo lust ik er ook nog wel een paar.'
'Ik was helemaal niet innig aan het dansen! Ik was op zoek.'
'Op zoek? Bij haar? Leg dat eens uit?'
'Kijk Truusje, buikspreekpoppen hebben een gat in hun rug waardoor je met je hand hun mond open en dicht kunt klappen. Die van haar stond al ruim een uur open.'

Bart 

vrijdag 18 oktober 2019

Stofzuigen

Vanochtend werd ik door mijn echtgenote uitgenodigd om de stofzuiger uit zijn garage te halen om hem datgene te laten doen waarvoor hij is ontworpen: het zuigen van stof. Ze vergat erbij te zeggen dat de vaste machinist iets anders om handen had. Nadat ik hem dan ook tevoorschijn had gehaald, en op de gebruikelijke startplek had neergezet, gebeurde er niets.

'Is hij stuk?', vroeg ze vanaf de bovenverdieping.
'Stuk? Wie?' Ik begreep het niet.
'De stofzuiger. Ik hoor namenlijk niks.' Tja, als niemand hem bedient.

Ik begreep in één keer dat ik ermee aan de gang moest. En ik zal het maar meteen eerlijk bekennen: ik heb een ongelooflijke pesthekel aan het ding. Niet zozeer aan het werk, maar aan het apparaat. Ik begrijp dan ook niet dat de ontwikkeling niet veel verder is gekomen dan het overbodig maken van de stofzak. En dat vind ik dan weer heel onhandig. We konden verdorie bijna een eeuw geleden al mensen naar de maan sturen, maar een stofzuiger overbodig maken wil nog steeds niet lukken.

Ik slaakte een diepe zucht, rukte het snoer eruit, stak hem in het stopcontact en schoof de slang aan de stang. Vervolgens vierde ik mijn frustratie bot op de aanknop door hem een ongelooflijke trap te verkopen. Binnen de twee seconden werd het huis gevuld met gejank wat in mijn beleving nog erger is dan het gekrijs van een baby. Voordeel is dan wel weer dat je de stofzuiger uit kunt zetten.

De eerste vierkante meter rondom het ding lukte prima. Maar dan moet je er mee op pad. En dat betekent trekken aan de slang. Vroeger zat er een sleetje onder die gemakkelijk over de vloer gleed. Tegenwoordig zijn ze uitgerust met wielen. "Dat komt de wendbaarheid ten goede". Zo klonk de verkooptruc die de verkoper van Scheren & Foppen hanteerde toen we twintig jaar geleden aan een nieuwe toewaren. Zeer misleidend. De voornoemde firma is inmiddels ter ziele. Ik heb daar wel een mening over.

Toen ik twee meter van de startplek was verwijderd, kreeg plotseling het snoer heimwee en schoot snel terug in de moederschoot. Ik moest de stofzuiger goed vasthouden anders was het hele apparaat vanwege de kracht tegen het stopcontact aangekwakt. Ik sprak even kort met de Schepper waarna mijn echtgenote van bovenaf informeerde of het allemaal een beetje wilde lukken. Ik zei niks en rukte het snoer opnieuw uit het geboortekanaal. Daarna legde ik een knoop in zijn navelstreng zodat hij nooit meer terug kon.

Toen ik de kamer binnen wilde "rijden" bleef hij achter de deurpost hangen,  toen ik de stang even wilde neerzetten, viel hij kletterend op de plavuizen, toen ik de stang wilde verwisselen voor een borsteltje, zat hij klem en toen ik uiteindelijk zonder stang onder de opengeschoven vitrage wilde zuigen, zoog hij het complete gordijn naar binnen. Het eruit trekken bleek een volgende hobbel en toen hij was bevrijd en ik wilde opstaan, had hij hem opnieuw te pakken.

Het zweet stond me inmiddels druppeldik op het voorhoofd. Ik keek even schichtig om me heen, trapte toen een stofwolkje onder de bank en zeulde met stang, slang en apparaat naar het laatste opbject: de keuken. Behalve een aanrijding met het wijnrek en een bijna-dood-ervaring vanwege een struikelpartij over snoer en slang, naderde ik het eind van de martelgang.

'Netjes gedaan Bart', hoorde ik mijn echtgenote achter mij. Ik voelde dat er iets ging komen.

'Dat mag je vaker doen.'

Vrouwen zijn voorspelbaar.

Bart

vrijdag 4 oktober 2019

Bert en Truus Jansen: Herfst #1

'Wat doen we met de caravan, Bert?', vroeg Truus.
'Ik denk aan slopen, hoezo?'
'Lieve schat, hij moet naar de stalling. De buren beginnen te mopperen.'
'Wie?', wilde Bert weten. Truus haalde haar schouders op.
'Toch niet toevallig die trut van twee huizen verderop? Die van die hond die op onze oprit heeft gescheten?', vroeg Bert.
'Weet ik niet. Buuf Trees had het er over. Ze had het van iemand gehoord.'
'Ja, ja, Trees heeft het van iemand gehoord. Ze hoorde zeker zichzelf praten.'
'Zo is Trees niet.'
'Leer mij Trees kennen, Truus. Ze zijn allemaal hetzelfde.'
'Onzin Bert. Ze waarschuwde alleen maar want hij mag maximaal 48 uur op de oprit staan. Haar neef werkt bij de gemeente. Ze weet dat.'
'Dat is ook toevallig! Mijn nicht werkt ook bij de gemeente.'
'Welke nicht? Je hebt helemaal geen nicht', lachte Truus.
'En Trees heeft geen neef. Ze heeft zelf met de gemeente gebeld. Om een beetje interessant te doen en ons onder druk te zetten', mopperde Bert.
'Ik zei: zo is Trees niet', herhaalde Truus.
'Het is pure afgunst. Ze kunnen niet uitstaan dat wij zo'n mooie caravan hebben en een half jaar op pad zijn.'

'Morgen Trees', riep Bert wat later tegen de buuf toen hij naar de caravan en zij naar de kliko liep.
'Morgen Bert', riep ze vrolijk. 'Wat glimt die caravan van jullie weer mooi. Ik zei gisteren nog tegen mijn Jan: wat hebben die van Jansen toch een prachtige caravan. Een lust voor het oog. Zonde dat hij binnenkort naar de stalling moet.'
'O, maar dan heb ik goed nieuws!', lachte Bert.
'Goed nieuws?', vroeg ze.
'Ja voor jullie.'
'Hoezo dan?', wilde ze weten.
'Hij mag van de gemeente de hele winter op de oprit blijven staan. Mijn nicht werkt namelijk op het gemeentehuis. Eén telefoontje....' Hij lanceerde een vette knipoog.
'Dat meen je??!!', riep ze en liep rood aan.
'Ja, maar wel onder strikte voorwaarde. Er moet een gekleurde hoes omheen.'
'Een gekleurde hoes?'
'Ja, kleurend bij de buurt. Wat dacht je van schaamrood?'

Bart