Totaal aantal pageviews

dinsdag 30 juli 2019

Broodtrommeltje

‘Wat ben je toch allemaal aan het doen?’, vroeg ik aan mijn echtgenote. Ze stond mopperend aan het aanrecht.
‘Ik probeer dít dekseltje op dát broodtrommeltje te krijgen.’ Ze hield in elke hand een onderdeel.

‘Weet je schat, dat deksel kan er maar op één manier op.’
‘Dat klopt. Alleen op de verkeerde manier.’
‘Onzin. In het bakje zitten nokjes en in het deksel sleufjes.’ Ze keek naar de nokjes. Toen naar de sleufjes. 

‘Kan nooit passen. De nokjes zijn breder dan de sleufjes. Kijk dan.’
‘Ik hoef niet te kijken: het past want in de winkel paste het ook. En aangezien er niets aan is veranderd, past het dus nog steeds.’ Ik wist het zeker. 

'Volgens mij heb ik een verkeerde deksel te pakken.' Ze slaakte een diepe zucht.
'Wat loop je nou te zuchten?', vroeg ik.
'Ik snap het niet. Ik heb hem al drie keer gedraaid.'

'Volgens mij mis je iets van ruimtelijk inzicht. Dat hebben vrouwen vaker. Is niet zo erg hoor.'
'Mis ik inzicht? Ik kan binnen drie minuten Rubik's kubus oplossen. Zou ik dan niet zo'n K-trommeltje van de Hema in elkaar kunnen zetten?'
'Blijkbaar niet’, zei ik. Ze keek me niet leuk aan.

‘Hij kan wel in de hoge stand. Voor als je acht boterhammen wilt opbergen.’
‘Ik neem er maximaal zes mee’, zei ik. ‘Nooit acht.’
‘Maar dat moet wel kunnen zeiden ze. Acht boterhammen.'
‘Wie?’, vroeg ik.
‘Hun van de Hema.’ Ze zuchtte opnieuw.

‘Ik word echt niet goed van je gepruts, schat. Zo moeilijk kan het toch niet zijn?’ 
‘Het past gewoon niet. Klaar.’
'Draai hem eens negentig graden?'
'Heb ik al geprobeerd.'
‘Tjonge jonge jonge. Hoe moeilijk kan het zijn? Geef een aap zo’n trommeltje en binnen een seconde is het gepiept’, lachte ik.

Na dertig seconden prutsen moest ik vaststellen dat hij inderdaad niet paste.

'Nou, je bent dus blijkbaar geen aap', mopperde ze.
'Nee, gelukkig niet', lachte ik zuur. 

Ze keek me hoofdschuddend aan. 'Ik denk meer in de richting van een eigenwijze drol.'

Bart

zondag 21 juli 2019

Duivenpoep

'Volgens mij heeft er een duif op de luifel zitten poepen', merkte Truus op.
'Duiven zitten niet als ze poepen', antwoordde Bert nukkig.
'Je begrijpt toch wat ik bedoel?'
'Je bedoelt dat een duif voorbij vloog, onze luifel zag, omdraaide, terugvloog en toen een strontbom liet vallen?'
'Man, wat doe je toch altijd moeilijk. Het gaat om de rotzooi op het dak. Dat moet eraf.'
'Jajaja, rustig Truus. Mag ik eerst nog mijn koffie opdrinken?'

'En, hoe staat het er nu mee?', vroeg ze na een poosje en nadat hij zijn kopje leeg had. 'Maak je het nog schoon of wat gaan we doen?'
'Tja, daar moet ik eerst over nadenken. Een plan maken. Ik kan er namelijk zo niet bij.'
'Hoezo niet "bij"? Vraag bij de receptie een trapje.'
'Een trapje? Een ladder! Weet je hoe hoog de caravan is?'
'Ja, vijftien meter vijftig. Bert, hou op met die flauwekul en maak dat dak nou maar schoon. Straks gaat het lekken en dan begint het gelazer.'
'Verwachten ze regen vandaag?'
'Nee, het blijft droog. Hoezo?'
'Dan kan het ook niet lekken.'
'Bert, het is chemisch afval en vreet zich door de stof. Als het dan gaat regenen....'
'Dan worden we allemaal nat', vulde Bert aan.
'Waarom doe je nou zo flauw?', wilde ze weten. 'Maak het nou gewoon schoon.'
'Truusje, doe niet zo gestresst.'
'Ik ben helemaal niet gestresst. Ik wil geen lekkend dak.'
'Lieve schat, het dak is van PVC. Al laat een vliegende olifant zijn behoefte vallen, dan gebeurt er nog niets.'
'Bert, ik heb mijn hele leven gekampeerd en geleerd dat vogelstront funest is voor je tent.'
'En van wie heb je dat geleerd dan? Van je vader?'
'Nee, van mijn moeder. Die had een vast motto: Poep op je doek geeft ellende en gevloek.'
'Je moeder is in de tijd blijven hangen, schat. Die leeft nog in het katoenen wigwam-tijdperk.'
'O ja, het ligt natuurlijk weer aan mijn moeder.'
'Ja, en wat dat betreft heb ook ik een motto: Beter een luifel vol kak dan een schoonmoeder onder je dak.'

Bart