Totaal aantal pageviews

donderdag 10 oktober 2024

Paperclips

Paperclips

‘Hoort u bij deze winkel?', vroeg ik een dame die in niet alledaagse kleding was gestoken en naar een leeg schap stond te staren.
Ze keek op.

Ik hoor niet bij de inventaris en ben ook geen eigenaar. Ik probeer hier slechts mijn dagelijks brood te verdienen.'
'Ah, kijk, dan mag ik u vast wel iets vragen ', probeerde ik.
'Als het winkelgerelateerd is wel.' ze glimlachte wat zuinig.

'Winkelgerelateerd. U bedoelt dat mijn vraag over uw assortiment moet gaan?'
'Ja, dat is winkel...' 'Gerelateerd', vulde ik aan.
'Juist.' ze keek me nu vol aan.
'Oke. Eh...'
'Vraagt u maar', moedigde ze aan.

'Paperclips, een doosje, waar kan ik die vinden?'
'Een doosje paperclips’, herhaalde ze peinzend. Er ontstonden enige zichtbare rimpels op haar gezicht.

‘Dat is toch een winkelgerelateerde vraag?’
‘Daar twijfel ik over meneer’, antwoordde ze.
‘Vanwaar deze twijfel?’
‘Omdat wij geen kant-en-klare paperclips verkopen.’

‘Geen kant-en-klare?’
‘Nee, maar wel bouwpakketjes met ijzerdraad. Kunt u ze zelf op maat buigen en vouwen. Dit is namelijk een hobbyzaak.’

Bart


zondag 5 november 2017

De vogelaar

'Hé Bart, kijk eens naar buiten. Moet je snel zijn !!, de pindakaaspot. Daar zit een hele vreemde vogel bij!'
Ik schrok me dood en de vogel ook, want toen ik mijn blik op het raam richtte was hij al gevlogen. 'Wat was dat voor een beest dan?', vroeg ik.
'Geen beest, een vogel. Ik weet niet wat voor één dat was. Wel zeldzaam schat ik zo in.'
'Dat zou bijzonder zijn', zei ik om me vervolgens weer op mijn tablet te richten waar ik net bezig was met een spelletje Wordfeud. 'Moet je een foto van maken', adviseerde ik.

'Misschien komt hij terug. Blijf nou even kijken.' Ik keek opnieuw. Niks te zien. 'Ik denk dat hij zijn biezen heeft gepakt. Hij is vast geschrokken. Van jou', zei ik pesterig.
'Toch is dat leuk, al die vogels in de tuin.' Ze bleef kijken.
'Ja, het is een vrolijke boel met dat mussentuig', zei ik. 'Tjonge jonge, ik zit me hier toch een partijtje te klungelen. Ik kan vierendertig punten scoren, maar dan bied ik tegelijkertijd wel een onbedoelde opening voor Toos. En die ketst hem er ongetwijfeld vol in.'
'Jij altijd met die stomme spelletjes', zei ze terwijl ze met haar armen over elkaar naar buiten stond te kijken.

'Is die peenvogel inmiddels al weer teruggekeerd?', vroeg ik wat later.
'Nee, nog niet. Waar heb je het fototoestel?', vroeg ze.
'Batterij is leeg. Neem je telefoon maar. Die maakt ook mooie plaatjes.' Ze pakte haar telefoon van tafel en stelde zich weer op voor het raam.
'Dat zal je dan net zien, dan komt hij niet meer.'
'Ik kan "qat" leggen. Maar dat scoort zo te zien ook niet echt.' Ik moest ervan zuchten.
'Er is momenteel een pindakaas-veldslag gaande onder de mussen.' Ze richtte haar telefoon en schoot een plaatje.
Ik keek op. Plotseling stoof de kolonie uiteen en werd het stil in de tuin.

'Bart, kijk, daar zit ie weer', zei ze nu zacht. Ze richtte het telefoontje.
Ik ontdekte een gekleurd dingetje op het stokje voor de ingang van de calvépot. 'Verdomd, dat moet een zeldzaam vogeltje zijn. Heb je hem op beeld?' Ze knikte. 'Mooi vogeltje hè, trouwens geen idee wat het is.'
'Ik ook niet', zei ik. 'Stuur die foto eens door, dan kijk ik even.' Wat later ontving ik een "ping" op mijn tablet en opende het app-je.
'Ik heb hem. Hij is wel mooi, maar ik kan hem niet zo één-twee-drie vinden op internet.' Ik keek nog wat vogelsites na en besloot toen het fotootje maar op Facebook te plaatsen met de vraag of iemand dit zeldzame vogeltje herkende.

'Is dat wel handig?', vroeg ze.
'Hoezo? Dit is héél handig.'
'Schat, vóór je het in de gaten hebt, staan hier vijfduizend vogelaars op de stoep.'
'Nou, dat zou niet verkeerd zijn. Mogen ze hier tegen betaling plassen en dan schenk jij koffie. Dat wordt kassa !!' Ik zag het wel zitten.
Er klonken nu wat pingeltjes uit de tablet. 'Je hebt beet', zei ze.
Ik keek naar het scherm en telde in de gauwigheid twaalf berichtjes. Ik opende de eerste, toen de tweede en de derde... 'En?', vroeg ze.

Ik schraapte mijn keel en las voor. 'Hé Bart, ouwe vogelaar, dat zeldzame vogeltje van jou is niets anders dan een simpele bonte specht. Daar vliegen er honderdduizend van in het rond. Trouwens, nu je zo'n interesse aan de dag legt voor onze gevleugelde vrienden: Ik kan je lid maken van vogelclub de gele kanarie. Heel leerzaam. Stuur maar een berichtje of je dat wilt.' Het werd afgesloten met een schaterende smiley.

Ik heb mijn bericht van Facebook gehaald.

Bart

zaterdag 9 september 2017

Kassageduld

Ze stond voor me in de rij bij de kassa en was druk met het plaatsen van haar boodschappen op de band. En dat duurde wel even want de kar was behoorlijk vol en de band te kort. Meestal begin ik dan wat onrustig te worden omdat ik een aangeboren weeffoutje heb wat zich altijd bij de kassa openbaart: kassafobia. Ik voel me dan heel erg opgesloten in het laantje zo tussen de kassa's en wil dan het liefst zo snel mogelijk de winkel uit.

Ik keek dus wat onrustig naar de kassavorderingen van de caissière en het stouwwerk van de dame voor mij. Ze was van ruim over de middelbare leeftijd en had naar mijn idee een verjaardag of zoiets in het verschiet. En dat bleek ook want toen ze aan de beurt was, ging ze eerst over tot een uitvoerige uitleg van haar inkoop-doel.

'Ik ben morgen jarig', zei ze.
'O, leuk, alvast gefeliciteerd. Heeft u de bonuskaart bij de hand?' Vroeg de caissière praktisch. Ze trok haar portemonnee en plukte de kaart tevoorschijn.

'Ja, zo'n verjaardag is wel leuk, maar ik ben net verhuisd en zit in zo'n nieuwbouwwoninkje. Net veertien dagen geleden opgeleverd. Buiten is het nog ene grote zand en moddervlakte en alles loopt naar binnen.'
'Ja, dat is vervelend', zei het meisje.

Ze keek nu mij aan. 'Kent u dat? Net nieuwe vloerbedekking en dan zo'n zootje bij de keet. Meneer, ik heb vier kleinkinderen. Dan weet u vast al genoeg.'
Dat wist ik niet maar had helemaal geen zin om de benodigde kennis te vergaren.

'Kunt u alvast wat in uw tas pakken?', vroeg de caissière. 'Ik kan uw boodschappen niet meer kwijt.'

'Het is wel een mooi huis, maar als iedereen morgen komt, dan is het aan het eind van de dag een ruïne.' Ze pakte nu wat spullen in haar tas.
'Ik denk dat mijn twee broers allebei komen. Met hun vrouw. En dan natuurlijk Zus. En dan hun kinderen weer met de kleinkinderen. Ik heb er vier. Wel lief hoor, maar ze maken zo'n rommel. En eh, wie ben ik nu nog vergeten.' Ze dacht na. De handjes van de caissière stonden stil en die van mij begonnen vanwege de weeffout flink te jeuken.

'Twee broers, dat is twee.' Ze gebruikte haar vingers als telraam. 'Vrouwen, dat is vier. Zus is vijf. Kinderen van zus is twee met aanhang is vier, kom ik op negen. En dan ik nog. Dat is tien. En dan nog vier kleinkinderen. Dat is veertien. Volgens mij ben ik toch nog iemand vergeten. Broers, aanhang, zus, kinderen, kleintjes, ikzelf.'

'Uw man misschien?', ik deed toch nog een aanvullende duit in haar zakje in de hoop dat het rijtje nu compleet was en ze snel haar biezen zou gaan pakken.

'Mijn man ? Ach ja, natuurlijk. Die was ik vergeten. Het beste paard in de stal. Hij zit buiten in de auto te wachten want hij kan niet tegen drukte. En dan is zo'n kassa natuurlijk niet bevordelijk voor zijn innerlijke rust.'

Dat herkende ik volledig. Ik had inmiddels mijn pak melk op de band gelegd en wachtte ongeduldig op het afrekenmoment van mijn voorgangster. Die kwam korte tijd later en nadat ze was overladen met vragen rond zegeltjes voor etentjes, uitjes, pannen, sparen en weet ik wat voor een rotzooi er nog meer via de kassa wordt aangeboden, vertrok ze.

'Mag ik uw bonuskaart, meneer?', vroeg de caissière zichtbaar opgelucht.
'Ik ben morgen ook jarig', zei ik met een knipoog wijzend op het pak.

'Alvast gefeliciteerd', zei ze.
Ik smoorde de daarop volgende zegeltjesvragen in de kiem, betaalde het pak melk en verliet met hoge snelheid de winkel.

Terwijl ik op de parkeerplaats naar de auto liep, zag ik ze staan. Haar man laadde de boodschappen in de auto. Zij staarde stilletjes naar haar tien vingers die ze volledig opengevouwen voor zich hield.

Ik hield het op een rekenfoutje.

Bart

Copyright brompot september 2017

woensdag 30 augustus 2017

stofzuigtactiek

'Wil jij dan straks boven stofzuigen? Het is toch slecht weer.'
Ik vroeg mij meteen af wat de relatie was tot het zuigen van de bovenverdieping en het slechte weer. Ik vroeg het haar.

'Wat bedoel je met slecht weer?'.
'Wat ik met slecht weer bedoel? Ga een uurtje buiten staan.' Ze keek me aan alsof ik van een andere planeet was komen aanvliegen.

'Ik bedoel, je zegt net dat het slecht weer is en dat ik dan wel even boven kan zuigen.'
'Ja, is dat zo moeilijk dan? Wat moet ik nog meer uitleggen?'
'Nou, gewoon. De reden is dus niet omdat er stof ligt, maar omdat het slecht weer is. En dat vind ik een vreemde reden. Dus vraag ik om uitleg.'

Ze tikte veelbetekenend met haar vinger tegen haar voorhoofd. Daar waar sommige volkeren een rode stip hebben geplaatst. 'Kijk, als het mooi weer was geweest, had je eindelijk wat in de tuin kunnen doen. Snap je? Het regent nu, dus kun je in plaats van tuinactiviteiten, waarvoor ik overigens al lange tijd geleden een verzoek bij je heb ingediend, boven aan de bak.'

Ik slaakte een diepe zucht en blies de afgewerkte adem in het ballonnetje van de vrouwenlogica. Hij begon enthousiast te zweven.

'Kortom, je twijfelt aan mijn inzet binnen dit huishouden en verwacht nu dat ik vanwege het slechte weer in plaats van het nutteloos in de tuin grasduinen, wel stof kan zuigen. Oké, gaan we doen.'

Uiteindelijk deed ik liever een huishoudelijke klus dan harken, schoffelen en andere groene activiteiten die ik vanwege mijn Haagse balkon-genen verafschuw.

'En ook even de douche meenemen', zei ze terwijl ik met stofzuiger en slang de trap opzeulde.

Na een korte worsteling met de slang, snoer en zuigmond, kreeg ik hem aan de praat en trok ik fluitend baantjes over de slaapkamervloer.

Nu heb ik ooit van een verre buurvrouw, in de volksmond Toos Stofdoek genoemd, op een verjaardagsfeestje gehoord dat als je iemand tevreden wil laten zijn met het resultaat van je zuigactiviteit, je de meubeltjes en overig anders neer moet zetten dan het stond. Goed voor het beeld.

Ik was dus redelijk snel klaar.
'Stop de klok', grapte ik toen ik korte tijd later met de volledige apparatuur weer beneden stond.

'Nu al klaar?', vroeg ze.
'Ja, het is niet zo groot allemaal. Paar flinke halen en hatsenflats.'
'Oké.' Ik zag aan haar houding dat ze het liefst naar boven was gesprint om mijn "geslaagde" recordpoging te checken. 

'Heb je ook de douche meegenomen?', vroeg ze. Ik knikte.
'Je moet alleen nog het spul op de juiste plaats terugzetten.'
'Terugzetten? Hoe bedoel je?'
'Ik heb ze vanwege het in de weg staan, aan de kant geschoven. Anders kon ik er niet bij om te zuigen.'

Ze keek me veelbetekenend aan, ze kende de stofdoektactiek blijkbaar ook, en bezorgde mij vervolgens het gevoel dat mijn zuigrecord vanwege valsspelerij niet zou worden erkend.

Ik verwacht een taakstraf in de tuin. En op zeer korte termijn. Weer of geen weer.

Bart

Copyright Brompot augustus 2017




maandag 7 augustus 2017

Zadelpijn

'Zullen we zometeen even stoppen?', stelde ik mijn echtgenote voor.

We maakten een zogenaamde knooppunt-fietstocht van een kilometer of veertig en ik had nu na de eerste tien kilometer het gevoel dat mijn speciale "brooks-zadel" meer weg had van een spijkerbed dan van een comfortabele salonstoel zoals dat bij de fietsenmaker was gepromoot.

'Nu al?', klonk het overdreven teleurgesteld achter mij.


'Hoezo nú al?'
'We zijn nét onderweg'.
'We zijn al tien kilometer onderweg'.
'Dat is dus nét'.

'Dat is niet nét. We rijden al ruim een uur'. Ik drukte op de knop van mijn fietscomputer en zag dat we eigenlijk pas drie kwartier onderweg waren en nog maar acht kilometer hadden gefietst. Toch gaf mijn kontgevoel minstens een uur aan.

'We rijden pas drie kwartier', hoorde ik haar achter mij. Tja, zij had ook zo'n ding.

'Dan gaan we wel bij een bankje stoppen', zei ze.
'Dan moet hij wél snel komen', zei ik.

'Kom op Bart, niet zo aanstellen'.
'Ik stel me niet aan, mijn kont doet zeer'.
'Dat komt omdat je steeds beweegt. Je moet stil op dat zadel blijven zitten'.
'Ik zit stil', zei ik.
'Dat is niet zo, ik rij achter je en zie dat je op dat zadel heen en weer schuift'.
'Dat heeft er niets mee te maken', vond ik.

'Zullen we teruggaan?', stelde ze voor. Ik hoorde een irritatie.
'Nee, we gaan niet terug, ik wil gewoon even ontspannend op een bankje zitten. Mijn kont heeft rust nodig'.

'Wat ben je toch een aansteller. Waar blijf je nou met die mooie verhalen over vroeger? Dat je op een racefiets de Ventoux bent opgeklommen. En de Mont Blanc, of hoe heet dat ding'.

'Ik ben de Mont Blanc helemaal niet opgefietst. Dat kan niet want er loopt geen weg naar boven'.

'Nou ja, als ik al die fietsverhalen van jou moet geloven, dan heb je de Tour-de-France zowel vooruit als achteruit gefietst. "Ik heb pijn aan mijn kont". Mietje'.

'Ik ben geen Mietje. Ik heb het gevoel dat de zadelpen tien centimeter mijn darmkanaal is binnengeschoven. Ik zit hier verdorie op een zadel van beton en die gaat pijn doen. Nou ja, gaat... die doet pijn'.

'Blijf dan gewoon eens stil op die fiets zitten', adviseerde ze opnieuw.
'Als ik op één plek blijf zitten, dan gaat het nog meer pijn doen'.

'Waarom heb je eigenlijk geen fietsbroek aangetrokken? Daar zit zo'n zemen lap in. Hij ligt thuis boven in de la'.
'Niet aan gedacht. Waarom heb je dat thuis niet gezegd, dan?'

'Ja hallo, is het jouw kont of mijn kont'.
'We zijn toch in gemeenschap van goederen getrouwd?', zei ik.

Toen we wat later op een bankje zaten,  zakte de pijn. Ik zei het.

'Zie je wel, de pijn is nu bijna weg'.
'logisch', wist ze.
'Hoezo, logisch?'

Ze lachte geniepig. 'Die bank kan niet naar binnen zakken. Als ik jou was, zou ik hem op mijn fiets monteren. Scheelt een hoop gezeur'.

Mij bekroop het gevoel dat er een lijdensweg van nog eens tweeëndertig meedogenloze kilometers aan zat te komen. Op enig medelijden hoefde ik als man niet te rekenen.

Bart

Copyright Brompot augustus 2017

donderdag 27 juli 2017

Duke...

Ik had nét onze hond uitgeknepen toen ik haar op weg naar huis tegenkwam: Carla.

Ze zag er weer geweldig uit, vond ik. Strak truitje en vanonder haar nèt iets te korte rokje mooie in zwarte nylons verpakte benen.

Ze woonde sinds kort in de buurt en de eerste kennismaking dateerde van de recente buurt-barbecue waarvoor ook zij was uitgenodigd. Deze aantrekkelijk ogende directiesecretaresse was ergens achter in de dertig, en single. Gescheiden.

Ik vond haar wat hautain en tijdens de barbecue had ze zich ook zo gedragen. Aan kluiven had ze een hekel, ze at de kippenpoot met mes en vork, en in plaats van een glaasje witte wijn ‘opteerde’ ze voor een glas sherry.

De wijze waarop ze het glas vasthield was tekenend. Met haar zorgvuldig gemanicuurde vingertoppen met lange rood gelakte nagels omklemde ze op speelse wijze de voet van het glaasje.

Toen ze half in de avond van de barbecue was vertrokken, ze had nog een ‘dingetje’, haalden de vrouwelijke buurtgenoten opgelucht adem . De mannelijke helft hield nog een korte "Carla-terugblik-vergadering" waarbij vooral het kluiven, het ‘dingetje’ en de lange nagels onderwerp waren van een uitgebreide nabeschouwing.

'Hoi Carla !', begroette ik haar vriendelijk.
'Hoi, eh… Bartel was het toch?'.
'Nee hoor, gewoon Bart'.
'Oké dan, Bart', lachte ze.
'Mooie hond heb je, is die van jou ?', vroeg ik.
'Ja, ik heb hem sinds vorige week. Hij is echt mooi hè ?'. Ze keek trots naar haar hijgende en glimmende viervoeter die wat onrustig aan de kont van onze Jack Russel snuffelde.

'Ja, hij is prachtig', beaamde ik, 'Een echte Golden Retriever'.
'Het is een tophond', zei ze trots. 'En één met papieren'.
'Hoe heet hij ?', vroeg ik.
'Duke. Zijn vader was Duits en zijn moeder Engels kampioen'.
Ik aaide hem over zijn mooie lijf.

'Heb je zijn prachtige kop gezien, Bartel ?,en zijn poten en zijn staart ?. Hij kreeg bij de keuring het zeldzame predicaat “uitmuntend”. Ze pakte het puntje van de staart en trok hem op. Het haar was mooi in lijn geknipt en viel precies goed.
'En dan zijn bloedlijn, ook die is fenomenaal !'. Ik boog iets, keek en knikte. Tja, de bloedlijn.

'Ik vind dat hij goed bij je past', zei ik toen. 'Echt een chique hond'. Ze lachte en keek met een lichte afkeer naar mijn Jack die een dikke meter lager op zijn rug lag en vrij uitzicht had op haar verscholen scharnierpunt.

'Nee, zo’n Jack is helemaal niks voor mij. Ik wil een rustige hond die goed luistert. Duke is een gentlemen en hij luistert excellent', ging ze verder.
'Kan ook niet anders want hij is met de vorige eigenaar op de academy geweest. En dat kun je goed merken. Hij trekt niet, komt als je roept, en hij is zindelijk'.

Ze somde de voordelen met verwijzing naar haar vingers op. De drie opgestoken nagels glommen in de middagzon.

Ik bekeek de Duke nogmaals. 'Hij zakt wel een beetje door zijn achterpoten, Carla'.

'DUKE, WAT DOE JE NU, FOEI !!!'. Ze rukte aan de riem waarna er een enorme bruine drol zichtbaar werd.

'Ja, zelfs een hertog moet af en toe op de pot', lachte ik. Carla keek om zich heen of er getuigen waren.

'Heb je een zakje ?', vroeg ik toen.
'Nee, maar hoe werkt dat dan?'. Ze trok een vies gezicht.

Ik graaide een blauw diepvrieszakje uit mijn broekzak. 'Kijk, gewoon hand in het zakje en oprapen'. Ik deed het voor.

Ze pakte het zakje met haar nagels aan…
Ze aarzelde. 'Bartel, zou jij… zie je, ik met mijn nagels…'.

Ik slaakte een flauwe zucht, nam het blauwe zakje weer over, bukte en raapte de warme drol met een geoefende beweging op. Vervolgens knoopte ik het zakje dicht.

'Gefeliciteerd, een cadeautje', lachte ik terwijl ik de feestverpakking aan haar overhandigde.
'Dank je', zei ze.

Jack snoof nog even aan het getroffen gebied, waarna we afscheid namen en beiden onze kant gingen. Toen ik nog een keer nieuwsgierig omkeek zag ik de Duke en de hooggehakte Duchess in stijl uit het zicht paraderen.

De verpakte adellijkheid hield ze tussen haar duim en wijsvinger, verre van haar lichaam…

Voor mij was het wel duidelijk: Carla was op weg naar de tweede scheiding in haar leven....

Bart

Copyright Brompot juli 2017

maandag 17 juli 2017

Drollenpraat

De woorden schoten als de punten van een mestvork uit haar mond: vlijmscherp en met een nare geur. Ze was namelijk boos. Heel boos. En dat was ze op mij. En ik had het gevoel dat ik niks had gedaan en stond erbij als de zojuist vermoorde onschuld.

'Wat denkt u wel niet, dat u MIJ de les kunt lezen?', riep ze terwijl ze met haar linkerhand aan de riem rukte waar aan het eind een onrustige herdershond heen en weer draaide.

'Rody !!! ZIT !!!!'.
Jammer voor haar had Rody zo zijn eigen agenda en bleef rondjes draaien.

Ik had hem ook, een eigen agenda, en bleef het evangelie van de sociale omgangsvormen prediken.

'Mevrouw u moet het toch met mij eens zijn dat je de drollen van een hond gewoon moet opruimen. En zeker op de plaatsen waar veel wordt gelopen of kinderen spelen.'

'Het is MIJN zaak wat ik doe of niet doe. Dat gaat u helemaal geen sodemieter aan. Waar bemoeit u zich mee!' Haar ogen spoten vuur en Rody werd nog wilder.

'Stel dat IK voor uw deur mijn behoefte zou doen, dan baalt u toch ook?', zei ik rustig.

'Nou, dat zou je eens moeten proberen, vetzak, dan zijn de rapen nog niet gaar. RODY ZIT !!!', gilde ze en probeerde hem door op zijn achterste te duwen aan het zitten te krijgen. Tevergeefs.

'Mevrouw, het is gewoon uw plicht. U bent verplicht om de uitwerpselen op te ruimen. Doet u dat niet, dan riskeert u een hoge boete. De gemeente is hierin niet mals. En gelijk hebben ze', voegde ik eraan toe.

'Ja, dat zal. Betaal ik niet. Laten ze maar eens wat aan het gemeentegroen doen. Het onkruid staat meters hoog. RO-DY !!!', gilde ze opnieuw.
Hij keek haar aan en ik had het gevoel dat als hij het had gekund, hij met zijn poot naar zijn voorhoofd had gewezen en vervolgens had geroepen dat ze zich niet zo druk moest maken en hem, Rody, gewoon in het bos had moeten uitlaten.

Ze ratelde maar door. 'Ik betaal me scheel aan de hondenbelasting en ze doen er geen zak mee. Ja, feestjes houden in het gemeentehuis. RODY, het vrouwtje zegt toch ZIT !!!!.'

'Weet u eigenlijk wel hoe smerig het is om stront op te pakken?', riep ze.

'Dat valt reuze mee hoor', zei ik. 'Hand in het poepzakje steken en je raapt hem zo op. Knoop in het zakje en weg ermee.' Ik vond dat ik opvallend rustig bleef. Dat kwam waarschijnlijk omdat ik gelijk had. Dan blijf ik in dit soort stompzinnige discussies meestal wel rustig.

'Gatverdegatver, ik moet alleen al bij de gedachte over mijn nek', riep ze. 'RODY, rothond !!!'. Ze rukte, hij bleef draaien.

Het viel me op dat ze wel twee poepzakjes aan de riem had hangen. Ik zei het voor de grap.
'U heeft wel twee zakjes aan de riem hangen.'

'Ja, hallo, ik ben niet helemaal mesjogge. Als ze van de gemeente controleren moet je er twee kunnen tonen', wist ze.

Ik dacht er even over na.

'Mooi, dan heb ik een prima oplossing', zei ik vervolgens.
Als Rody heeft gekakt, pakt u zakje één en raapt u de drol op. Dan pakt u vervolgens zakje twee en gaat u even lekker over uw nek. Daarna gooit u beide zakjes in de met de gemeentelijke hondenbelasting gefinancierde poep-afvalbak. Probleem opgelost. Ik wens u verder veel succes en nog een prettige dag.'

Ik gaf Rody een aai over zijn bol waarna hij rustig ging zitten en mij vriendelijk aankeek.

Tevreden liep ik verder.

Bart

Copyright brompot juli 2017 

dinsdag 20 juni 2017

Zwembroek

'Je moet een nieuwe zwembroek', hoorde ik mijn echtgenote vanaf het bedje aan het campingzwembad opmerken. Ik keek om.
'Hoezo een nieuwe zwembroek?', informeerde ik. 'Hij doet het nog prima, toch?'
'Oké, dan niet', klonk het.

Ik hield even in want de ervaring heeft mij geleerd dat de discussie nog niet was beëindigd. Ik ken haar.

'Je loopt straal voor gek', zei ze.

'Wat is er mee aan de hand dan?', vroeg ik.

'Niets', zei ze. 'Hij doet het nog prima, toch?' 

Ik proefde enig cynisme in haar stem.

'Hoezo "voor gek" ', herhaalde ik.
'Je billen hangen er half uit.'

Instinctief trok ik de pijpjes iets naar onderen en duwde het stof tegen mijn benen.

'Zo beter?'
'Nee.'
'Hoezo nee?'
'Je kunt dat stof wel naar beneden trekken, maar je vel blijft hangen.'
'Mijn vel?'
'Bart, de rek is niet alleen uit je zwembroek, maar ook uit je billen.'

'O, dank je. En wat nu?' Ik lonkte naar het twee meter verderop gelegen zwembad.

'Nieuwe zwembroek met strak elastiek. Dat geeft steun. Aan je billen.'

'Oké, ik kijk wel als we weer thuis zijn', zei ik en wilde verder lopen.

'Draai je eens om?' Ze was gloeiende gloeiende nog niet klaar met haar zwembroek-strijd.

Ik draaide ietwat geïrriteerd om.

'Aan de voorkant gaat het ook niet goed hoor.'
'Wat nou weer.'
'Zakt ook.'
'Het zal.' Ik boog naar voren om te kijken.
'Valt hard mee', concludeerde ik.

Ze schudde haar hoofd. 'Valt niet hard mee.'

'Je gaat me nu toch niet weer iets uitleggen over mijn lichamelijke vel-rek?', vroeg ik.

'Heb je daar nog iets verrassends positiefs over te melden dan?' Ze keek me aan zoals ze me vroeger ook vaak aankeek. Ik ontdekte een prettige glimlach op haar gezicht.
Ik glimlachte ernstig terug.

'Zoals gezegd doet alles het nog prima.'

Ik draaide mij om en met een best nog elastische,  jeugdige duik verdween ik in het zwembad....

Bart