Visite
‘Bedoel je Schuurspons?’, reageerde ik fel. ‘Dan ben ik weg.’
‘Dan is meneer weg’, herhaalde ze mijn woorden. ‘En waarom gaat meneer weg? Is dat omdat het mijn familie is?’, vroeg ze gepikeerd.
‘Omdat ze altijd van die fijnzinnige opmerkingen bezigt.’
‘Ze heeft die bijnaam niet voor niets. Ze schuurt constant over mijn ziel.’
‘Heb je die nog dan?’, vroeg ze.
‘Je moeder komt zeker ook’, veronderstelde ik.
‘Ja, ze logeert bij Mama. Ze komen met tantes autootje.’
‘Eh.. even voor jou: ze parkeert onder geen enkele voorwaarde op onze oprit.’
‘Kan ook niet want onze auto staat erop, toch?’, concludeerde Truus.
‘Die staat er niet want ik ben weg.’
‘Waarom mag ze daar niet staan dan?’
‘Omdat ik net heb geveegd.’
‘Dan veeg je morgen toch gewoon weer? Dat doe je elke dag.’
‘Truus, die oprit is mijn hele ziel en zaligheid.’
‘Ja en?’, vroeg ze kortaf.
‘Kijk dat die Schuurspons mijn ziel schuurt is tot daar aan toe. Maar om haar met vier wielen over mijn zaligheid te laten rijden, gaat niet gebeuren.’
Bart
Geen opmerkingen:
Een reactie posten