‘Zou maar zo kunnen, die rijdt altijd hard. Daar komen nog een keer ongelukken van’, vond ze.
‘Ik snap niet waarom dat zo hard moet, ze werd door niemand achterna gezeten.’
‘Mevrouw Boerstoel is nu eenmaal een dametje met pit, Bart.’
Toen ik kort daarna naar buiten ging om nog een laatste vierkante metertje stoep te vegen, zag ik ze vanuit de verte weer aan komen spurten. Ik besloot haar aan te houden.
‘Morgen meneer Bart’, riep ze. ‘Waarom vlagt u mij af?’
‘Morgen mevrouw Boerstoel. Ik vroeg mij af waarom u zo hard rijdt. Dat is best risicovol.’
‘Voor wie?’, vroeg ze.
‘Voor mij als bewoner en voor u als fietser.’
‘Dat valt wel mee toch?’
‘Nee, dat valt niet mee. U wilt niet weten hoeveel ongelukken er met elektrische fietsen gebeuren. En dan draagt u ook nog geen helm.’
‘O, maar ik heb wel een helm hoor. Die hangt thuis aan de kapstok.’
‘O, gelukkig. Dat maakt het een stuk veiliger’, lachte ik.
‘Hoezo veiliger?’, vroeg ze.
‘Omdat er de laatste tijd veel kapstokken van de muur vallen.’
Bart
Geen opmerkingen:
Een reactie posten