Een bemoeial
‘Ik denk het wel, mevrouw’, antwoordde ik terwijl ik een aan mij door Truus in bewaring gegeven tas op schoot trok.
‘Ook inkopen aan het doen?’, vroeg ze vriendelijk. Ik had het meteen in de gaten: deze dame moest je niet veel wijzer maken dan ze was. En dat was niet zo heel erg veel.
‘Nee, ik zit hier gewoon. Hoezo?’
‘Omdat u een damestas vasthoudt.’
Ik keek wat ongeïnteresseerd naar de tas.
‘O, die.’
‘Is uw echtgenote bij de HEMA?’
‘Hoezo echtgenote?’
‘Uw ring, u bent getrouwd, toch?’
Ik slaakte een diepe zucht.
‘Ja, wachten duurt lang hè’, lachte ze. ‘Dat krijg je als je met vrouwen de stad ingaat.’
‘Mijn man staat bij de HEMA in de rij voor een broodje worst. Die zijn heerlijk. Klieder mosterd erop en smullen maar!’
Ik moest er op dit tijdstip niet aan denken.
‘O, kijk, daar komt uw vrouw aan. Tenminste, dat is toch uw vrouw? Met die bruine jas?’
Ik keek en herkende haar niet als degene die ooit “ja” tegen mij zei.
‘Ach, ze heeft een saucijzenbroodje voor u gekocht’, nepte ze verder.
De dame in de bruine jas naderde nu het tafereeltje.
‘De liefde van de man gaat altijd door de maag. U bent vast een gelukkig mens’, lachte mijn buurvrouw.
‘Ik weet niet wat u bedoelt of waar u zich mee bemoeit. Maar voor uw informatie: de liefde van mijn vent gaat overal doorheen, maar zeker niet door zijn maag.’
Ze nam een hap, liep ons voorbij en verdween ergens in de menigte…
Bart
Geen opmerkingen:
Een reactie posten