‘Ook goede morgen mevrouw Boerstoel. U ook bij de Appie?’
Ze boog zich in mijn richting. ‘Niet verder vertellen hoor, maar Karin Krul zit vandaag achter de kassa bij de Super. En dan ga ik liever een deurtje verder. Maar goed dat ik je nu even zie, buurman.’
‘Kijk, dat vind ik altijd leuk om te horen’, slijmde ik.
‘Ja, jij hebt toch regelmatig contact met je buurvrouw?’
‘Wie bedoelt u? Agnes?’
‘Ja, die bij de gemeente werkt. Zij heeft toch een kat?’
‘Klopt, maar wat moet ik daarmee?’
‘Ik weet dat jij er ook een hekel aan hebt. Dat praat misschien makkelijker.’
‘Wat verwacht u dan van mij?’
‘Die kat zit steeds bij onze volière. Onze Piet wordt daar onrustig van.’
‘En nu verwacht u dat ik Agnes ga vragen om de kat binnen te houden?’
‘Nou ja, dat hij niet meer bij Pietje komt spelen.’
Ik keek haar aan
Zij keek in mijn karretje.
‘Maar wat zie ik nu meneer Bart. U heeft twee blikjes kattevlees in uw kar. Moet u de kat van Agnes verzorgen? Is ze soms op vakantie?’
Ik keek nu ook in mijn kar. Tja..
‘Nee hoor Agnes is gewoon thuis. Nee mijn schoonmoeder komt vanavond en die prikt een vorkje mee.’
Bart
Geen opmerkingen:
Een reactie posten