‘Hoe gaat het eigenlijk met je schoonmoeder?’, vroeg ze. De “ze” betrof een oude bekende uit een graag vergeten periode.
‘Wel goed geloof ik’, antwoordde ik wat afstandelijk. Ik had niet zo’n zin in oude koeien.
‘Die is toch ook al aardig op leeftijd? Hoe oud is ze al niet?’
‘Geen idee. Ik hou dat niet bij. Als ik daar allemaal op moet letten.’
‘Ze was toen in de zeventig. Dus…’, merkte ze op met een afsluitende conclusie.
‘Dus wat?’, vroeg ik kortaf.
‘Dan moet ze nu ergens in de tachtig zijn.’
‘Zou kunnen’, zei ik.
‘Dat jij de leeftijd van je schoonmoeder niet weet! Ik weet dat precies. Mijn schoonmoeder is vierentachtig.’
‘Trouwens, ik weet nog dat Truus in die periode een nieuwe fiets heeft gekocht. Hoe oud is die inmiddels?’
‘Truus is ruim door de twintig’, antwoordde ik.
‘De fiets bedoel ik.’
‘Wil je hem kopen?’
‘Nee, maar dan kan ik uitrekenen hoe oud je schoonmoeder ongeveer is.’
‘Ik heb geen idee’, herhaalde ik nog maar eens.
‘Van jou word ik ook niet veel wijzer’, lachte ze.
‘Maar is dat voor jou interessant dan?’, vroeg ik.
‘Niet interessant, gewoon belangstellend.’
‘Over belangstelling gesproken: Hoe vind je dat ik eruit zie?’, vroeg ik terwijl ik haar strak aankeek.
‘Eh.. enigszins vermoeid? Hoezo?’
‘Dan kun je uitrekenen dat mijn schoonmoeder al héél lang mijn schoonmoeder is.’
Bart
Geen opmerkingen:
Een reactie posten