Terug
‘Nee, ziek. In het ziekenhuis gelegen.’
‘O? Was het zo ernstig?’
‘Ja, behoorlijk. Een ingegroeide nagel van mijn kleine teen. Werd na vier dagen intensief knippen eindelijk bevrijd. Wat dat betreft is die specialist echt een kanjer.’
‘Wat sta jij nou weer te zwammen?’, hoorde ik Truus achter mij. Ze was er ongemerkt bij komen staan.
‘Morgen Truus, Bart vertelde net dat hij in het ziekenhuis heeft gelegen. We waren hem al een paar dagen kwijt.’
‘Klopt, het ging even niet goed. Hij moet van de arts rustig aan doen, dus hou ik hem goed in de gaten.’ Ze keek bezorgd.
‘Dat zal wel lastig zijn met zo’n vent’, lachte ze terwijl ze veelbetekenend in mijn richting wees.
‘Inderdaad lastig, Ruth. Hij was nu ook weer ontsnapt en zwamt ondanks het doktersadvies er vrolijk tegenaan.’
Ik stak mijn vinger op.
‘Mag ik ook nog iets zeggen?’, vroeg ik.
‘Straks. Ik ben nu in gesprek’, riep Truus vermanend.
‘Nou ja zeg. Moet niet gekker worden’, hoorde ik mijzelf roepen.
‘Maar hij is nu weer helemaal opgeknapt?’, hoorde ik Boerstoel vragen.
‘Ja, behoorlijk. Hij doet het weer goed.'
‘Wat wou je zeggen Bart?’, vroeg Truus.
'Niks, ik mag toch niet meer zwammen van de dokter?', zei ik.
'Kijk', hoorde ik Boerstoel lachen. Dan is die nagelknipperij toch nog ergens goed voor geweest.'
Bart
Geen opmerkingen:
Een reactie posten